C:\WINDOWS>HELP DIR
Een lijst weergeven met bestanden en submappen in een map
DIR
[station:
][pad
][bestandsnaam
] [/A
[[:
]kenmerken
]] [/B
] [/C
] [/D
] [/L
] [/N
][/O
[[:
]volgorde
]] [/P
] [/Q
] [/R
] [/S
] [/T
[[:
]tijdsveld
]] [/W
] [/X
] [/4
][station:
][pad
][bestandsnaam
]Station, map en/of bestanden die u wilt weergeven.
/A Bestanden met opgegeven kenmerken weergeven.
kenmerken D Mappen R Alleen-lezenbestanden
H Verborgen bestanden A Archiveringsbestanden
S Systeembestanden I Bestanden zonder
geïndexeerde inhoud
L Reparsepunten - Voorvoegsel met
betekenis 'niet'
/B Kaal formaat gebruiken (geen heading-gegevens of
samenvatting).
/C Het duizendtal-scheidingsteken weergeven in
bestandsgroottes.
Dit is de standaardinstelling. Gebruik /-C om het
weergeven van
het scheidingsteken uit te schakelen.
/D Zelfde als brede-lijstsortering maar bestanden
worden per
kolom gesorteerd.
/L Kleine letters gebruiken.
/N Nieuwe indeling (lange lijst) waarbij bestandsnamen
rechts
worden weergegeven.
/O Bestandslijst in gesorteerde volgorde.
volgorde N Op naam (alfabet.) S Op grootte (kleinste
eerst)
E Op extensie (alfabet.) D Op datum en tijd
(oudste eerst)
G Mappen eerst groeperen - Voorvoegsel voor
omgekeerde
volgorde
/P Wachten na elk gegevensscherm.
/Q De eigenaar van het bestand weergeven.
/R Andere gegevensstreams van het bestand weergeven.
/S De bestanden in opgegeven map en alle submappen
weergeven.
/T Het tijdsveld dat wordt weergegeven of gebruikt voor
sorteren.
tijdsveld C Tijdstip van maken
A Laatste keer dat het bestand is gebruikt
W Laatste keer dat naar het bestand is geschreven
/W Brede-lijstsortering gebruiken.
/X De korte namen weergeven die zijn gemaakt voor
bestanden die
geen 8.3-bestandsnaam hebben. De weergave is als bij
/N,
waarbij de korte naam voor de lange naam wordt
geplaatst.
Als er geen korte naam beschikbaar is, worden
spaties
weergegeven.
/4 Jaartallen met vier cijfers weergeven.
Schakelopties kunnen vooraf zijn ingesteld met de
omgevingsvariabele DIRCMD.
Het voorvoegsel - (streepje) onderdrukt ingestelde schakelopties
(bijv. /-W)
C:\WINDOWS>HELP DISKCOMP
De inhoud van twee diskettes vergelijken.
DISKCOMP
[station1:
[station2:
]]C:\WINDOWS>HELP DISKCOPY
Kopieert de inhoud van een diskette naar een andere diskette.
DISKCOPY
[station1:
[station2:
]] [/V
]/V Controleert of de gegevens juist zijn gekopieerd.
De twee diskettes moeten van hetzelfde type zijn.
U mag hetzelfde station voor station1 en station2 opgeven.