C:\WINDOWS>FSUTIL /?
---- Commands Supported ----
behavior Control file system behavior
dirty Manage volume dirty bit
file File specific commands
fsinfo File system information
hardlink Hardlink management
objectid Object ID management
quota Quota management
reparsepoint Reparse point management
sparse Sparse file control
usn USN management
volume Volume management
Voor het hulpprogramma FSUTIL hebt u administratorbevoegdheden
nodig.C:\WINDOWS>GETMAC /?
GETMAC
[/S systeem
[/U gebruikersnaam
[/P
[wachtwoord
]]]] [/FO
indeling
][/NH
] [/V
]Beschrijving:
Met dit hulpprogramma kan een beheerder het MAC-adres
van netwerkadapters op een systeem weergeven.
Parameterlijst:
/S computer Het systeem waarmee verbinding wordt
gemaakt.
/U
[domein\
] gebruiker Bepaalt de
gebruikerscontext waarin
de opdracht moet worden uitgevoerd.
/P
[wachtwoord
] Het wachtwoord voor de opgegeven
gebruikers-
context. Invoer wordt gevraagd
indien
overgeslagen.
/FO indeling Bepaalt de indeling waarin de
uitvoer
wordt weergegeven.
Geldige waarden:
"TABLE","LIST","CSV".
/NH Bepaalt dat de kolomkop niet in de
uitvoer moet
worden weergegeven. Alleen geldig
voor de
Alleen geldig voor de indelingen
"TABLE" en
"CSV".
/V Uitgebreide uitvoer weergeven.
/? Dit helpbericht weergeven.
Voorbeelden:
GETMAC /?
GETMAC /FO csv
GETMAC /S computer /NH /V
GETMAC /S computer /U gebruiker
GETMAC /S computer /U domein\gebruiker /P wachtwoord /FO
lijst /V
GETMAC /S computer /U domein\gebruiker /P wachtwoord /FO
tabel /NH
C:\WINDOWS>GPRESULT /?
GPRESULT
[/S computer
[/U gebruikersnaam
[/P
[wachtwoord
]]]] [/SCOPE bereik
][/USER doelgebruiker
] [/V | /Z
]Beschrijving:
Met dit hulpprogramma op de opdrachtregel kunt u de
verzameling resulterende beleidsregels voor een doelgebruiker
en -computer weergeven.
Parameterlijst:
/S systeem Het externe systeem voor de
verbinding.
/U
[domein\
]gebruiker De gebruikerscontext waarin
de opdracht moet worden
uitgevoerd.
/P
[wachtwoord
] Het wachtwoord voor de opgegeven
gebruikerscontext. Vraagt om
invoer.
/SCOPE bereik Geeft aan of de gebruikers- of de
computerinstellingen worden
weergegeven.
Mogelijke waarden: "USER",
"COMPUTER".
/USER
[domein\
]gebruiker De gebruiker voor wie de RSOP-
gegevens
moeten worden weergegeven.
/V Geeft aan dat uitgebreide
informatie dient te
worden weergegeven. Deze gegevens
bieden
gedetailleerde instellingen die
zijn toegepast met prioriteit 1.
/Z Geeft aan dat zeer uitgebreide
info
dient te worden weergegeven. Deze
info
biedt nog meer gedetailleerde
instellingen
die zijn toegepast met een
prioriteit van 1 of hoger. Hiermee
kunt u zien
of een instelling op meerdere
locaties
is ingesteld. Zie de online help
van groepsbeleidsregels voor meer
informatie.
/? Dit hulpbericht weergeven.
Opmerking: als GPresult zonder parameters wordt uitgevoerd,
worden de
RSoP-gegevens geretourneerd voor de gebruiker die
momenteel op de computer is aangemeld.
Voorbeelden:
GPRESULT
GPRESULT /USER doelgebruikersnaam /V
GPRESULT /S computer /USER doelgebruikersnaam /SCOPE COMPUTER
/Z
GPRESULT /S computer /U gebruikersnaam /P wachtwoord /SCOPE
USER /V