C:\WINDOWS>NET HELP PAUSE
De syntaxis van deze opdracht is:
NET PAUSE
service
NET PAUSE onderbreekt een service of bron van Windows. Als u een
service
onderbreekt, wordt deze tijdelijk niet uitgevoerd.
service De service die u wilt onderbreken.
Bijvoorbeeld een van deze services:
NET LOGON
NT LM SECURITY SUPPORT PROVIDER
SCHEDULE
SERVER
WORKSTATION
NET HELP opdracht | MORE geeft Help-informatie scherm voor scherm
weer.
C:\WINDOWS>NET HELP PRINT
De syntaxis van deze opdracht is:
NET PRINT
\\computernaam\sharenaam
[\\computernaam
] taaknummer
[/HOLD | /RELEASE | /DELETE
]NET PRINT geeft afdruktaken en gedeelde afdrukwachtrijen weer.
Voor elke wachtrij worden de taken met de grootte en de status
van
elke taak en de status van de wachtrij weergegeven.
\\computernaam De naam van de computer waarop de
afdrukwachtrij(en)
worden gedeeld.
sharenaam De naam van de gedeelde afdrukwachtrij.
taaknummer Het identificatienummer dat aan een
afdruktaak is
toegewezen. Op een computer met één of
meer
afdrukwachtrijen wordt aan elke
afdruktaak een
uniek nummer toegewezen.
/HOLD Voorkomen dat een taak in een wachtrij
wordt
afgedrukt. De taak blijft echter in de
wachtrij
staan. Andere taken worden afgedrukt
totdat de
opgegeven taak wordt vrijgegeven.
/RELEASE Een taak vrijgeven die is geblokkeerd.
/DELETE Een taak uit een wachtrij verwijderen.
NET HELP opdracht | MORE geeft Help-informatie scherm voor scherm
weer.
C:\WINDOWS>NET HELP SERVICES
De syntaxis van deze opdracht is:
SERVICES
NET START kan worden gebruikt om services te starten, zoals:
NET START BROWSER
NET START CLIENT SERVICE FOR NETWARE
NET START CLIPBOOK
NET START DHCP CLIENT
NET START EVENTLOG
NET START FILE REPLICATION
NET START NET LOGON
NET START NT LM SECURITY SUPPORT PROVIDER
NET START PLUG AND PLAY
NET START REMOTE ACCESS CONNECTION MANAGER
NET START ROUTING AND REMOTE ACCESS
NET START RPCLOCATOR
NET START RPCSS
NET START SCHEDULE
NET START SERVER
NET START SPOOLER
NET START TCP/IP NETBIOS HELPER SERVICE
NET START UPS
NET START WORKSTATION
Servicenamen met twee of meer woorden moeten tussen
aanhalingstekens worden
opgegeven op de opdrachtprompt. Bijvoorbeeld: NET START "NET
LOGON" start
de Net Logon-service.